Beroepsaansprakelijkheid, de procedure in de procedure
In het arrest van de Hoge Raad van 22 juni 2018 (ECLI:NL:HR:2018:981 ) staat de vraag centraal of de advocaten in een vervoerszaak een beroepsfout hebben gemaakt door niet tijdig cassatieberoep in te stellen en bepaalde verweren niet te voeren. In de beroepsaansprakelijkheidszaak wordt de zogeheten ‘procedure in een procedure’ gevoerd. Van belang in die procedure was de vraag of het gerechtshof een juiste uitleg had gegeven aan het begrip bewuste roekeloosheid in art. 8:1064 BW en zodoende of het instellen van cassatie tot een ander resultaat zou kunnen hebben geleid. Rozemarein Leen schreef bij dit arrest een wenk die gepubliceerd is in [RAV 2018/83].