Affectieschade

De rechtbank Den Haag heeft een vonnis gewezen in de procedure tussen de Staat en weduwen/kinderen die stellen dat hun echtgenoten/vaders in 1946-1947 zijn geëxecuteerd door Nederlandse militairen in het toenmalig Nederlands-Indië.

Eén van de vragen die in deze uitspraak aan de orde kwam, was of eisers recht hebben op affectieschade. Deze vraag moet beantwoord worden aan de hand van het oud BW. Op basis van het oud BW kon affectieschade niet worden gevorderd. Onder het huidige recht kan onder omstandigheden wel een recht bestaan op affectieschade voor een beperkte kring nabestaanden. Nu in deze uitspraak het oude BW van toepassing was, konden de eisers daarop geen beroep doen. De noot van Rozemarein bij deze uitspraak is gepubliceerd in de RAV [RAV 2020/48].

RL_-_RAV_202048_Onrechtmatige_overheidsdaad.pdf
Deel dit artikel via:

Lees ook