Rekenrente

In de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland (ECLI:NL:RBMNE:2019:4559) had de 28-jarige benadeelde als gevolg van een zwaar verkeersongeval hersenletsel opgelopen en was zij rolstoelgebonden geraakt. De vaststelling van toekomstschade is gelet op de lange looptijd en de jonge leeftijd van het slachtoffer geen eenvoudige kwestie, zo laat ook deze uitspraak zien. Ter discussie stond de vraag welke rekenrente moet worden gehanteerd bij de kapitalisatie. In het verleden hanteerden rechtbanken vaak een rente van 3% (gebaseerd op een rendement van 6% met een inflatiecorrectie van 3%). Ook de Rechtbank Midden-Nederland hanteerde deze rekenrente nog 2018. De rechtbank slaat nu een andere weg in. Zij sluit voor de rekenrente voor de korte termijn aan bij de voorspellingen die CPB en CBS over rente- en inflatiepercentages. Rozemarein Leen schreef een wenk bij deze uitspraak die is gepubliceerd in het Tijdschrift Rechtspraak Aansprakelijkheids- en Verzekeringsrecht [2020/9].