Afwijzing verzoek voorlopig getuigenverhoor in verband met een strafrechtelijke procedure?
Rozemarein Leen schreef een wenk bij het arrest van de Hoge Raad van 7 september 2018 (ECLI:NL:HR:2018:1433). Aan een verzoek tot een voorlopig getuigenverhoor kan niet de eis worden gesteld dat feitelijk en concreet is vermeld welke getuigen op welk punt moeten worden gehoord, aldus de Hoge Raad. De Hoge Raad overweegt in het arrest dat de enkele omstandigheid dat in een voorlopig getuigenverhoor dezelfde vragen aan de orde kunnen komen of dezelfde feiten kunnen worden onderzocht als in een andere (strafrechtelijke) procedure geen grond voor afwijzing is. Wel kan een beperking van het getuigenverhoor gerechtvaardigd zijn, als het verhoor kan leiden tot een daadwerkelijke verstoring van de strafrechtelijke procedure. Als het verzoek wordt toegewezen, kan een rechter alsnog bijvoorbeeld beletten dat een bepaalde getuige wordt gehoord of bepaalde vragen worden gesteld tijdens het verhoor in verband met de strafrechtelijke procedure. De wenk is gepubliceerd in [RAV 2018/93].